|
||||||||
|
Tenorsaxofonist Mark Turner (Fairborn, Ohio, 1965) is al meer dan 20 jaar actief in de jazz, hij wordt beschouwd als een intellectuele postbop saxofonist, zijn grote voorbeelden zijn John Coltrane en Wayne Marsh. Die twee zijn flink uit elkaar lopende tenoristen, Wayne Marsh een vertegenwoordiger van de Westcoast jazz, vooral bekend door zijn samenwerking met Lee Konitz, en John Coltrane, de grote vernieuwer in de jazz, in mijn opinie is het geluid van Marsh wel te herkennen bij Turner, zachter en met minder “bite” dan bij Coltrane, maar zijn muzikale ideeën liggen veeleer bij Coltrane, dus distantieer ik mij een beetje van die invloed van Marsh. In recensies kakelt iedereen elkaar vaak na, bijna als kippen zonder oren, het zij zo. Maar op het gebied van de meer abstracte modale muziek is Turner toonaangevend. Dit nieuwe album op ECM is min of meer een vervolg op “Lathe of Heaven” uit 2014, dat ik al eens recenseerde voor Rootstime. Jason Palmer vervangt hier de inmiddels zelf een ster geworden Avishai Cohen op trompet, verder horen we Joe Martin op contrabas en Jonathan Pinson op drums. Al in het eerste (titel) nummer “Return from the Stars” horen we het kenmerkende fraai gestileerde geluid op dit album, waarbij saxofoon en trompet vaak unisono zijn te horen. Uit het interview in Jazzthing blijkt dat nummers als “Return from the stars” en “Terminus” gebaseerd zijn op de boeken van de Poolse science-fiction schrijver Stanislaw Lem (1921-2006), s.f. is trouwens een onderwerp dat allen in de band interesseert . Zo is het nummer “Unacceptable” gebaseerd op het super neurotische en idiote karakter genaamd Lemongrab uit de cartoonserie Adventure Time die aan een soort Asperger lijdt, alles moet precies zo gebeuren zoals hij het zich voorstelt. Ook in het nummer “Terminus” is het volop genieten van het fraaie samenspel van saxofoon en trompet waarbij duidelijk wordt dat de vervanging van Avishai Cohen door Jason Palmer zeker geen aderlating is. In “Bridgetown” is er een aangenaam intermezzo van bas en drums. ”It’s not allright with me” is gebaseerd op het bekende It’s allright with me van Cole Porter, het heeft te maken dat Turner vroeger eerder terughoudend was en dat hij tegenwoordig in staat is een standpunt in te nemen en zich niet meer alles moet laten welgevallen, aldus Mark in het eerder genoemde interview. Het is overigens een ijzersterk nummer waarin het weer volop genieten is van de muzikale prestatie van dit uitgelezen gezelschap. Ook het uptempo “Nigeria II” staat als een huis met superieure solo’s van Mark en Jason. Het eerder genoemde “Unacceptable” is een ingenieuze constructie met een stevige ondergrond van de ritmesectie waaroverheen Jason en vooral Mark zich uiten met fantasievolle improvisaties, echt genieten dus ! Kortom een fantastisch album van een van de beste tenoristen die er rondlopen in de hedendaagse jazzwereld en hetzelfde kan gezegd worden van zijn superieure quartet. Jan van Leersum.
|